Het meest masochistische volk ter wereld

Volgens allerlei indexen behoren Nederlanders wereldwijd tot de top 10 van welvarendste en gelukkigste bewoners van onze planeet. Veel minder bekend is het feit, dat ze met afstand het meest masochistische volk ter wereld vormen. Ik ken geen land waar de inwoners hun eigen taal, geschiedenis en cultuur zozeer minachten als Nederland. En de oorsprong van het kwaad zit opvallenderwijs bij de hoogstopgeleiden, zij die werken aan universiteiten.

Historici die verbonden zijn aan academische instituten in Nederland, schrijven nauwelijks Nederlandstalige monografieën meer. Het speelveld laten ze over aan buitenstaanders. Bij de verkiezing van het beste geschiedenisboek van het jaar zijn ze met een lantaarn te zoeken. Hun werk doet er niet meer toe, ze staan met de rug naar de samenleving toe. De enige Nederlandse geschiedschrijver die echt gelezen wordt door een breed publiek – Geert Mak – is dan ook geen historicus maar een journalist.

Is dat kwalijk? Als ik me beperk tot mijn eigen specialisatie – de Franse tijd – is het antwoord daarop een volmondig ja. Omdat academici het laten afweten, wordt het publiek opgezadeld met werk van charlatans als Johan Op de Beeck en Bart Van Loo en met de oppervlakkige schrijfsels van Bart Funnekotter. Elke verbinding met actuele inzichten uit de wetenschap ontbreekt in hun werk.

Waar besteden die vakhistorici hun tijd dan aan, als ze hun energie niet steken in Nederlandstalige boeken? Een geleerde confrater die onderzoek doet naar de Franse tijd vertrouwde mij onlangs toe welke werkafspraken hij heeft met zijn leidinggevende: elk jaar moet hij een artikel publiceren in een Engelstalig vaktijdschrift en elk jaar moet hij een – eveneens Engelstalige – subsidieaanvraag indienen bij NWO, de stichting die onderzoeksbeurzen toekent aan wetenschappers in dienst van universiteiten. Deze geleerde vakbroeder schrijft daarnaast af en toe – in het Nederlands – voor publiekstijdschriften, maar dat is tegen het zere been van zijn manager. Die heeft liever dat hij zich concentreert op zijn kerntaken.

Is deze gang van zaken kwalijk? Ja, want internationale tijdschriften zijn in beginsel niet geïnteresseerd in de geschiedenis van Nederland. Het enige soort onderzoek dat kans maakt op publicatie, is een internationale vergelijking waarbij de Nederlandse geschiedenis figureert naast die van vele andere landen. Bovendien is een wetenschappelijke carrière uitsluitend nog mogelijk via een Engelstalig pad, waardoor op den duur het Nederlands is afgeschreven als taal waarin academici zich uiten.

Even dacht ik dat ik een lichtpuntje zag. De Universiteit Utrecht is momenteel op zoek naar een hoofddocent die zich bezighoudt met cultureel erfgoed en geschiedenis in het publieke domein: een medewerker die aansluiting zoekt bij de honderdduizenden mensen die interesse hebben in het verleden en die momenteel nauwelijks bediend worden door historici aan universiteiten. De museumbezoekers, de boekenlezers, de genealogen, de mensen die levende geschiedenis bedrijven, de heemkundigen – de gewone mensen die interesse hebben in het verleden en die ik bijvoorbeeld ontmoet bij de vele lezingen die ik in den lande geef.

Het lichtpuntje doofde evenwel al heel snel uit. Dat de vacaturetekst in het Engels was opgesteld, was een veeg voorteken. Navraag leverde op dat de universiteit op zoek is naar een native speaker English, iemand uit de Engelstalige wereld. Hij dient cursussen te ontwikkelen en geven in het Engels. Uitgerekend de vrouw – een vrouw heeft de voorkeur – die een brug dient te slaan tussen de academische geschiedbeoefening en het grote publiek, spreekt en schrijft de Nederlandse taal niet. Hoe diep kan de minachting voor de eigen taal, cultuur en geschiedenis zijn?

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s